menu
Tekst: Angela Drenth

25 mei 2019 werd er een Lyme congres in La Spezia – Italië georganiseerd

Het congres werd georganiseerd voor medisch geschoolden. Men kreeg accreditatiepunten en een certificaat na aanwezigheid. Op aanvraag waren overige geïnteresseerden ook welkom. Bestuurslid Angela Drenth was op eigen kosten aanwezig namens de Nederlandse Lymevereniging en geeft verslag. I.v.m. het ingewikkelde medische taalgebruik en de duur van het congres is veel niet uitgewerkt om het leesbaar te houden.  

Het congres werd onderverdeeld in deel 1: Ecologie-microbiologie en deel 2: klinische Lyme, laboratorium diagnostiek en behandeling. De lezingen werden gegeven door:
Daniela Colombo: Voorzitter van de Italiaanse Lymevereniging (Associazione Lyme Italia e coinfezioni)
Giusto Trevisan: Voorzitter van de Italiaanse groep voor de studies over de ziekte van Lyme (Gruppo Italiano per lo studio della malattia di Lyme).
Franca Cecchinato: Specialist interne geneeskunde uit Venetië.
Maria Teresa Manfredi: Professor diergeneeskunde – Universiteit van Milaan
Marco Ballardini: zooprofylactisch instituut van Piemonte, Ligurië en Valle d’Aosta
Maurizio Ruscio: Directeur medische laboratoria – ASUITs Trieste
Patrizia Monteforte: Reumatoloog in ziekenhuis La Colletta di Arenzano – Genova
Roberto Moschi: voedsel- en diergezondheid
Sergio Zanzani: Universitair onderzoeker diergeneeskunde – Universiteit van Milaan
Stefania Artioli: Directrice afdeling infectieziekten (ASL: Azienda Sanitaria Locale ) regio Liguria

Deel 1: Ecologie- Microbiologie (tekenpopulaties)

Het eerste gedeelte van het congres ging voornamelijk over teken, tekenpopulaties, wilde dieren en het verspreiden van infectieziekten (Borrelia).

De conclusie van Maria Teresa Manfredi over de Ixodes Ricinus teek is dat zij verwachten dat de populatie verder zal groeien en zich zal verspreiden door Europa. Dit wordt veroorzaakt door de klimaatverandering: zachte winters, de zomers komen eerder (waardoor men zou kunnen zeggen dat we van vier seizoenen naar twee seizoenen gaan) en er komen meer herten met meer territorium dichter bij de steden.

In de periode tussen 2040-2060 verwacht men dat de Ixodes Ricinus teken zich met 3,8% verder verspreiden dan hun huidige grondgebied in Europa (Scandinavische en Baltische landen).

Er worden minder teken verwacht in de Alpen, Pyreneeën, in het noorden van Polen en sommige gebieden in Italië.

Marco Ballardini toonde de verschillende tekensoorten (ook de Hyalomma) en de populaties op een kaart van Europa met de infectieziekten, waaronder Borrelia burgdorferii, Rickettsia conorii, Krim-Congo virus, Anaplasma phagocitophilum en TBE (flavivirus). De symptomen van de infectieziekten en wetenschappelijke studies over de vondst van de infectieziekten in tekenpopulaties werden uitgelegd. Opvallend was de aandacht voor vele Rickettsia species.

Wanneer worden patiënten verdacht van co-infecties?

  • patiënten die niet klinisch verbeteren of van wie de symptomen zijn veranderd (bijv. koortsig) na adequate behandeling met antibiotica.
  • wanneer patiënten een tekort aan witte bloedlichaampjes (leukopenie), een tekort aan witte bloedcellen (neutropenie) en een te groot aantal witte bloedcellen (monocytose) vertonen na een behandeling of een hoge ontstekingswaarde
  • wanneer patiënten een aanhoudende paarse huid, EM of een vergelijkbare huiduitslag hebben.
  • wanneer patiënten een hemolytische bloedarmoede hebben.

Infectieziekten die overgebracht worden door de Ixodes spp:

Virus: Flaviviruses: TBE centraal Europa (Neudoerfl)/TBE ver-oost Europa(Sofjin), Powassan virus, hantavirus.

Powassan virus (LB)
Voor de overdracht van het POWV is het voldoende dat de geïnfecteerde teek 15 minuten aan de gastheer vastgehecht blijft, een tijd die duidelijk lager is dan die vereist is voor de overdracht van andere co-infecties en de ziekte van Lyme zelf. Een aantal symptomen zijn plotselinge hoge koorts (40-41), mentale verwarring, slaperigheid, het onvermogen om te herkennen, sensorische veranderingen, neurologische toevallen, nekstijfheid en wijdverspreide motorische zwakte. Het sterftecijfer van de Powassan-virusinfectie is ongeveer 10-15% en de gevolgen zijn 50% groter bij overlevenden.

Bacterie: Borrelia, Rickettsia sp, Ehrlichia/anaplasma, Bartonella

Protozoa: Babesia

Heterogeniteit Borrelia Burgdorferi Sensu lato:

  • Spielmani
  • Bavarensis
  • Afzelii, B. Valaisiana, B. Lusitaniae, B. Finlandensis
  • Garinii
  • Burgdorferi S.S.
  • Japonica, B. Andersonii, B. Turdii, B. Tanukii (niet-pathogeen)
  • Sinica, B. Yangtze, B. Bissettii, B. Americana S.N., B. Kurtenbachii, B. Chilensis
  • Carolinensis, B. Californiensis, B. Lanei, B. Mayonii

Tevens werd er nog informatie gegeven over Tick born relapsing fever (TBRF), de Borrelia miyamotoi bacteriën (verschillende soorten) en deze bacterie bij immuun gecompromitteerde patiënten. Hierbij werden ook feiten uit de Nederlandse studies benoemd. Zo werd er o.a. verteld dat het overdraagbaar is d.m.v. bloedtransfusies.

Vervolgens werden de (vele verschillende vormen van) co-infecties: Rickettsia, Anaplasma, Ehrlichia, neorickettsia, candidatus neoehrlichia mikurensis (CNM), Bartonella en Babesia, uitgebreid besproken. Ik deel een stukje over Rickettsia soorten en de waarschuwing voor Babesia.

Co-infecties: Rickettsia
– Rickettsia overgedragen door: Ixodes sp, in het gebied: Europa, Azië, Amerika, Afrika

– Mogelijke co-aanwezigheid van Borrelia burgdorferi sensu lato

  • Rickettsia helvetica (l. ricinus, l. scapularis, l. persulcatus).
  • Rickettsia monacensis (l. ricinus, l. scapularis, l. pacificus).
  • Rickettsia slovaca (l. ricinus, l. pacificus).
  • Rickettsia raoultti (l. ricinus).
  • Rickettsia buchneri (l. scapularis, l. pacificus).
  • Rickettsia montamensis (l. pacificus).

– Rickettsia overgedragen door: Dermacentor marginatus, in het gebied: Europa

  • Rickettsia slovaca
  • Rickettsia raoultti
  • Rickettsia massiliae

We onderscheiden drie subgroepen:

– Groep: Tyfus (TG) en de bos typhus (oriënt tsutsugamushi)

– Groep: Fièvre boutonneuse (Bottonasankoorts), Rocky Mountain Spotted Fever (SFG)

– Groep: Tick-borne lymphadenopathy – door teken overgedragen Lymfadenopathie (TIBOLA) (monterde-Alvarez 2017) of DEBONEL (dermacentor).

Rickettsia helvetica is in sommige gevallen verantwoordelijk voor Sarcoïdose.

Babesia mogelijk noodgeval

In Europa zijn de gegevens nog steeds onvoldoende, terwijl in de VS de ziekte steeds belangrijker wordt voor transfusiegeneeskunde.

Te bedenken is dat parasieten maanden of jaren klinisch asymptomisch in erytrocyten kunnen blijven bestaan, waardoor de mogelijkheid van gezonde dragers wordt gecreëerd en een groter risico bij bloeddonaties ontstaat.

Verder moet menselijke babesiose worden heroverwogen in het licht van een toename van het aantal immuungecompromitteerde patiënten. Klinische symptomen hebben een breed bereik, van asymptomische tot ernstige vormen, tot dodelijke vormen.

Huidaandoeningen bij de ziekte van Lyme

Aanhoudende late fase van de huid

  • Acrodermatitis chronica atrophicans (er wordt vaak Borrelia Afzelli gevonden in biopsie).
  • Parry-Romberg gezichtshemiatrofie
  • Andere atrofosclerodermale manifestaties

A-typische scleroatrofische vormen:

  • Morphoea (gelokaliseerde sclerodermie)
  • Lichen sclerosus en atrophocus
  • Anetodermia

Het verband tussen Morphoea, Lichen Sclerosis en atrophicus met chronische arcodermatitis atrophicans

  • Klinische en histopathologische overeenkomsten met de ACA
  • Aanwezigheid van antilichamen tegen Borrelia bij de patiënt met morphoea en LSA
  • Isolatie van de spirocheten van de laesie
  • Coëxistentie van ASA en morphoea en/of LSA
  • Reactie op antibiotische therapie

Baggio yoshinari syndroom

Het Baggio Yoshinari syndroom wordt ook wel de Braziliaanse lyme-achtige ziekte genoemd. Het verschilt in feite van Lyme-Borreliose vanaf de vector: het wordt overgedragen door de teek ambiyomma cajanense, die de ‘gevlekte koorts’ overbrengt.

  • Een EM bij 50% van de patiënten
  • In de 2de fase van de ziekte worden artritis en neuropathie in 35% van de gevallen waargenomen, cardiologische manifestaties slechts in 5%.
  • Bij 75% van de patiënten treden recidiverende symptomen op ondanks behandeling met antibiotica.
  • 30% van de gevallen Erythema nodosum. EN is waargenomen bij actieve lyme, maar het komt zeer zelden voor. Het komt beslist vaker (1/3) voor bij het BYS.
  • Patiënten hebben een hoge frequentie van auto-anti lichamen gericht tegen de bestanddelen van hun cellen: anti-nucleus antilichamen (ANA), Anticardiolipine (ACA), cytoplasmatische antineutrofielen (ANCA) en antineuronaal.

Conclusie van Angela:

Ik heb met verbazing zitten luisteren naar hoeveel deze artsen en wetenschappers spraken over allerlei verschillende vormen en stammen van zowel Borrelia als vele co-infecties. Het ging zelfs meer over de verschillende co-infecties dan over lyme. Van sommige bacteriën of ziektes had zelfs ik nog nooit gehoord, terwijl ik dacht toch aardig op de hoogte te zijn. De sprekers spraken over de ontwikkeling van de ziekte, van de  teek, naar zoönose, naar symptomen, behandeling en alle overige belangrijke informatie. Er werden veel verbanden gelegd met wetenschappelijke onderzoeken en ook werd er gekeken naar onderzoeken van andere landen. Dat er ook gewaarschuwd werd voor mogelijk bloedtransfusiegevaar bij co-infecties en de link gelegd werd met verschillende chronische aandoeningen en huidaandoeningen, vond ik erg goed. Ze wonden er ook geen doekjes om dat Babesia zelfs tot de dood kan leiden. Al is er nog veel winst te behalen, werd ik van dit congres toch heel blij.