menu
Ilse

Mantelzorger voor mij zus

Mijn zus loopt de trap op en ik loop achter haar aan, met haar sondepomp in mijn hand en mijn ogen gericht op haar voeten.
Mocht ze vallen, dan kan ik haar vangen, want vangen is waar ik goed in ben. Vangen doe ik graag voor haar, het is een keuze, maar het voelt meer als een retorische vraag.
Het is de keuze tussen ja en ja graag, want hoe zeg je nee tegen een verzoek dat makkelijk is voor mij, maar haar laat voelen alsof een sloopkogel tegen haar benen slaat?
Hoe zeg ik nee op iets wat ik makkelijk kan en waar zij alleen nog maar van kan dromen? Hoe is de vraag,
en het antwoord is niet.
Kan ik iets voor je pakken? Kan ik iets voor je doen? Kan ik iets aan je geven? Ik wil je mijn energie geven, en het gaat mijn lijf wel uit, maar het komt nooit aan in het jouwe.
Het enige wat ik jou kan geven is mijn zorg in de vorm van begeleiding en zelfbereide medicijnen. Capsules worden geopend, pillen worden verpulverd, druppels pijnstilling worden geteld. 1. 2. 3. 4.
Tot 25.
De druppels tellen op terwijl ons volume daalt. Mijn hoofd schreeuwt, maar de prikkels,
De prikkels zijn te veel dus er is niemand die me mag horen.
Gordijnen dicht, geen muziek, lampen uit, geen haren föhnen, niet stofzuigen, niet kletsen, niet rommelen, niet roepen. Sssst,
Lauri slaapt.
Zoals anderen zachtjes thuiskomen na een avondje stappen, loop ik altijd door het huis, alleen heb ik geen feestje achter de rug, maar jaren van zorg.
De muren bewegen niet door alcohol, maar doordat ik de ruimte kleiner voel worden. Mijn lichaam doet geen pijn door het dansen, maar door de last op mijn schouders.
Maar ik kan het dragen. Ik ben sterk. Of dat is toch wat anderen zeggen. Ik ben sterk, want ik zorg, en zorgzaamheid zit in mijn bloed. Maar ik BEN niet alleen aan het zorgen,
ik maak het ook.
Want zorgen voor en zorgen maken horen bij elkaar en kunnen niet apart. En ik wil het een graag, maar het ander liever niet.
Het stormt, het regent, en ik speel goed weer, een zonnige zomerdag, maar hoe zien anderen niet dat ik tot op het bot natgeregend ben? Iedereen vraagt hoe het met haar gaat. Zelden wordt dit gevraagd aan mij. Iedereen gaat er van uit dat ik sterk ben, en dat ben ik ook.
Maar soms denk ik even, was ik maar niet zo sterk. Mijn zus staat boven aan de trap, en ik val. Wie vangt mij nu op?
Beetje context over deze blog:

Ilse was bang dat uit dit stuk de conclusie getrokken zou worden dat zij alle zorg van haar zus op zich moet nemen zonder begeleiding en hulp. Ze wil graag iedereen laten weten dat de zorg in haar gezin goed geregeld was en er nooit van haar verwacht werd dat ze dit op zich zou nemen. Er kwam een zorgteam over de vloer en het meeste werd gedaan door de ouders, maar als zusje neem je automatisch toch een hoop zorgen op je, omdat je van elkaar houdt. Daarover gaat deze blog.
Mantelzorger voor mij zus