Professor Monica Embers van de Tulane universiteit sprak over de manier waarop Borrelia-spirocheten in het lichaam van de gastheer overleven door diens immuunsysteem te onderdrukken. Haar team heeft variabele antilichaamreacties bestudeerd bij geïnfecteerde apen en lymepatiënten. Ze hebben een patroon opgemerkt waarbij een vroege robuuste immuunreactie betere klinische resultaten voorspelt, terwijl patiënten met chronische lyme aanwijzingen hebben voor een verminderde immuunreactie.
Embers werkt aan de ontwikkeling van een nieuw diagnostisch hulpmiddel op basis van de immuunreactie van het lichaam op specifieke Borrelia-antigenen, die verder gaan dan de standaardtests.
Belangrijk is dat Embers samenwerkt met onderzoekers van de Duke universiteit en de Johns Hopkins universiteit om nieuwe behandelingen te ontwikkelen. Ze merkte op dat doxycycline, de eerstelijnsbehandeling voor de ziekte van Lyme, alleen werkt op actieve (delende) Borrelia. Wanneer Borrelia-bacteriën echter van vorm veranderen en/of inactief worden, zijn ze niet vatbaar voor antibiotica. Een van de voorgestelde behandelingen, die monoklonale antilichamen koppelt aan doxycycline, wordt al in haar laboratorium getest. Monoklonale antilichamen zijn eiwitten (afweer- of antistoffen) die in het laboratorium worden ontwikkeld. Hiermee hopen de onderzoekers een behandeling te hebben gevonden die de infectie kan uitroeien.