Ik word wakker en mijn gordijn is in een keer dicht.
Oh wacht, nu is hij weer open.
Dat is gek. Ik loop naar de wc en terwijl ik naar de badmat kijk, begint hij te bewegen. Alsof hij in een zwembad aan het dobberen is, gaat de stof op en neer.
Ik weet dat het niet echt is wat ik zie, maar oh man, wat kan je hoofd je voor de gek houden.
Wanneer ik klaar ben, was ik mijn handen en doe ik mijn best om niet in de spiegel te kijken. Wie weet wat mijn hoofd ervan gaat maken als mijn hersenen gek bezig zijn.
Wanneer ik uit de badkamer loop en me nog even omdraai om het licht uit te zetten, lijkt het net alsof ik iemand zie staan.
Niet terugkijken, is nep, is nep, is nep, is nep, is nep.
Ik ga terug in bed liggen en zet een luisterboek op zodat ik mezelf kan afleiden. “Echt of nep?” net als in The Hungergames, speelt mijn hoofd een spelletje en ik moet proberen te onderscheiden welke dingen die mijn hersenen mij laten zien er echt zijn, en welke gewoon een schim van mijn verbeelding voorstellen die mijn hersenen tevoorschijn toveren omdat de bacterie weer aan het huishouden is.
Er kruipt een dikke kever over het bed. Ik sta op het punt om uit bed te springen, wanneer ik zie dat mijn kat niet reageert op het beest wat duidelijk recht voor haar loopt. Nep dus.
Ik ga weer liggen en ga er maar gewoon eventjes vanuit dat alles wat ik nu zie onder de categorie nep valt, dan kan ik tenminste nog wat slapen. Morgen is alles waarschijnlijk weer weg.
Deze ervaring is geschreven door Emmi 21 jaar, naar aanleiding van de week van de Psychiatrie. Emmi is een fictieve naam, echte naam is bekend bij de redactie.