Onderzoekers Chmielewski T. et al. deden onderzoek onder 148 patiënten die een klepvervanging ondergingen. Het doel van het onderzoek was om te bepalen of de link tussen problemen aan de hartklep en tekenbeetziekten sporadisch of frequent is en daarnaast om effectieve diagnostische methoden te ontwikkelen om deze infecties te detecteren.
Bij de 148 patiënten werden bloedmonsters afgenomen voor serologisch onderzoek. Monsters van de verwijderde mitrale- en aortakleppen werden getest met PCR en immunohistochemische kleuring.
Bij 47 patiënten (31,7%) werden specifieke antilichamen tegen Bartonella spp. gevonden (1 persoon uit de controlegroep). Bij 18 patiënten (12,2%) werden antilichamen tegen Borrelia Burgdorferi (lyme) gevonden (6 personen uit de controlegroep).
Bij 12 patiënten (8,1%) werden antilichamen tegen Rickettsia spp. gevonden (0 personen uit de controlegroep).
Bij 1 patiënt zijn C. Burnetii (Q-koorts) fase 1 en 2 antigenen gevonden (0 personen uit de controlegroep). PCR-tests voor detectie van Bartonella spp., B. burgdorferi s.l., C. burnetii en Rickettsia spp. DNA in de klepmonsters was allemaal negatief. Ontstekingshaarden met mononucleaire lymfoïde cellen in de aorta- en mitraliskleppen werden gezien in secties gekleurd met hematoxiline en eozine. In secties geverfd met behulp van de indirecte immunofluorescentiemethode met hyperimmune sera, zijn Bartonella spp. en Rickettsia spp. gevonden.
Conclusie: De verkregen resultaten geven aan dat laboratoriumdiagnostiek voor patiënten met hartaandoeningen moet worden uitgebreid met tests voor het detecteren van tekenbeetziekten zoals Bartonella, Lyme-borreliose, Rickettsia en Q-koorts.
Bron