De werkgroep uitkeringen zet zich in om de gang van zaken met betrekking tot het vaststellen van arbeidsongeschiktheid door bedrijfsartsen en UWV-keuringsartsen en met betrekking tot het aanvragen van een bijstandsuitkering door chronische lymepatiënten te verbeteren.
Uit de Nederlandse Lyme Monitor 2019 blijkt dat de helft van de chronische Lymepatiënten (vrijwel) niet in staat is om te studeren of werken gezien hun gezondheid. Deze mensen hebben te maken gehad met bedrijfsartsen en het UWV. De gang van zaken met betrekking tot het vaststellen van de arbeidsongeschiktheid door bedrijfsartsen en UWV- keuringsartsen en met betrekking tot het aanvragen van een bijstandsuitkering lijkt volstrekt willekeurig, afhankelijk van de arts of ambtenaar die men treft. Het gemiddelde rapportcijfer voor hoe bedrijfsartsen omgaan met arbeidsbeperkingen door Lyme is 4,8, het cijfer voor hoe het UWV met deze arbeidsbeperkingen omgaat is 4,5 en het cijfer voor de gang van zaken rond de bijstandsuitkering is 4,6. In alle drie de gevallen geeft steeds ongeveer de helft een onvoldoende, vooral veel rapportcijfers 1, 2 en 3, en de andere helft juist een voldoende, vooral 6, 7 en 8.
Het is begrijpelijk dat bedrijfsartsen en keuringsartsen moeite hebben om de inzetbaarheid te bepalen en om vast te stellen dat ziekte ten grondslag ligt aan de arbeidsongeschiktheid, omdat lymetests onbetrouwbaar zijn, er geen test bestaat die een actieve infectie aantoont en de klachten van chronische lymepatiënten van patiënt tot patiënt en door de tijd heen bij een specifieke patiënt variëren.
Hulp nodig bij je uitkering aanvragen? Neem contact op.